Recensie Honey Boy (2019): toch te hoge verwachtingen

Misschien kunnen jullie het je nog herinneren, misschien niet. Maar het laatste PAC festival (2019 alweer…) had ik moeten missen, dus ging ik ze één voor één inhalen. En deze film heeft even op zich laten wachten: Honey Boy.

Ik had hoge verwachtingen van deze film, mede doordat me werd gezegd dat deze het beste van de 5 was en mede omdat het verhaal me aansprak: Shia LaBeouf die zijn eigen vader speelt. Dus vol enthousiasme startte ik de film nu hij eindelijk op Netflix stond!

Het verhaal.

We volgen het verhaal van Otis (Lucas Hedges). Een acteur die na een auto-ongeluk voor de zoveelste keer wordt opgepakt voor drinken onder invloed en terecht komt in een afkickkliniek. Hier wordt hem gevraagd terug te denken aan zijn jeugd, om te ontdekken waar zijn problemen vandaan komen.

Door middel van flashback zien we hoe Otis (Noah Jupe) is opgegroeid, met een niet al te makkelijke jeugd. Al sinds jong af aan is hij acteur en wordt hij in zijn carrière bij gestaan door zijn vader James (Shia LaBeouf) die 4 jaar nuchter is, maar nog steeds mentale problemen heeft. Hij wordt vaak onredelijk boos, slaat zijn zoon en daarbij zijn ouders zijn uit elkaar, mede door zijn alcohol problemen en blijkbare poging tot verkrachting, wat ook zorgt voor de nodige conflicten.

Terwijl Otis als kind carrière maakt, probeert hij te dealen met zijn vader die hij betaald als manager en als oudere Otis probeert hij te ontdekken waar zijn alcoholisme op latere leeftijd vandaan komt.

Wat vonden we ervan?

Of het nou aan mijn eigen hoge verwachtingen lag, of aan de film zelf: hij viel helaas tegen. Niet dat hij slecht was, zeker niet. Maar ook niet zo goed als ik hoopte.

Lang heb ik nagedacht waarom hij dan niet zo goed was en ik moet zeggen dat ik het lastig vind om daar de vinger op te leggen. Het acteerwerk van Shia LaBeouf is goed, in het begin was ik zelfs even vergeten dat hij zelf zijn vader speelde. Ook de jonge Otis speelt, vooral voor zijn leeftijd, een sterke rol.

De sfeer van de film spreekt me ook aan, het soms wat grimmige en het contrast tussen het Motel en de set. En daarnaast geven de soms wat kunstzigge montage het de arthouse-feel.

De opbouw van het verhaal is wellicht waar het de mist ingaat. De film maakt sprongen in de tijd en vormt zo het verhaal van Otis (ofwel Shia) zijn jeugd tot en met het moment dat hij in een afkickkliniek terecht komt. Door deze tijdsprongen kom je steeds een beetje meer te weten, maar ook net niet genoeg om je volledig in te kunnen leven. De motivaties achter emoties en acties missen en het schommelt op en neer. Oudere Otis zegt dat hij niks dan positieve dingen aan zijn vader heeft te danken, terwijl jonge Otis wordt opgevoed door een vader met agressitiveits problemen. Is het iets wat hij heeft weg gestopt in zijn geheugen, wat voor impact het eigenlijk gehad heeft? Maar dat terwijl hij vroeger ook huilend bij zijn vader zat… Had hij nou in zijn beleving dan toch een fijne jeugd… of toch niet? Misschien het is het ook wel niet zo zwart wit, maar wederom maakt dat het inleven lastig.

Conclusie.

Misschien komt het ook omdat ik zelf eigenlijk weinig heb meegekregen van Shia zijn turbulente carriere, alcohol problemen en ongelukken. Met meer achtergrond zou het wellicht duidelijker zijn en je meer raken. Nu voelt het als een van de vele films over een slechte vader-zoon relatie. Voor Shia was het waarschijnlijk een goede verwerking, voor een buitenstaander een bijna ongeloofwaardig verhaal maar voor de filmkijker een ‘vermakelijke’ film die in de bioscoop waarschijnlijk het beste tot zijn recht kwam.