Ik heb niet vaak dat ik tijdens een film denk: zal ik weglopen? Maar als ik deze film thuis had gekeken was ik waarschijnlijk in slaap gevallen of had ik hem afgezet. Ik ben blij dat ik dat niet heb gedaan, want nu ik hem volledig heb gezien, heb ik het recht het te mogen afkraken.
Normaal vertel ik graag even het verhaal in het kort. Maar daarbij kom ik meteen bij mijn eerste kritiekpunt: dat gaat niet. De film heeft té veel verhaallijnen. Dus terwijl ik uitleg waar de film over gaat, begin ik maar meteen met mijn kritiek te uiten. En pas op: heel veel spoilers!
Het uitgebreide, lange verhaal:
Theo (Oakes Fegley/Ansel Elgort) verliest zijn moeder tijdens een aanslag in het Metropolitan Museum.
Hij neemt het schilderij van de Goldfinch, het Puttertje, mee en komt terecht bij het gezin van een van zijn vriendjes. Dit is verhaallijn 1: Theo woont bij zijn nieuwe gezin en wordt daarin opgenomen als een echte zoon, totdat zijn vader hem komt ‘opeisen.’ In de tussentijd zien we verhaallijn 2: Theo is in het museum verliefd geworden op een meisje, haar oom (ook overleden tijdens de aanslag) leidt hem “toevallig” met een ring naar de antiekzaak waar zij woont. Dus regelmatig is hij bij haar te vinden omdat hij haar, eigenlijk zowat spontaan, leuk vindt.
Enfin, hij wordt meegenomen naar zijn vader en verhaallijn 3 is van start. Hier ontmoet hij Boris (Finn Wolfhard), waardoor Theo het padje afgaat en start met roken en drinken. Even een (blijkbaar achteraf) belangrijk detail tussendoor: al die tijd heeft hij het schilderij van het Puttertje nog bij zich. Dit gedeelte van de film duurt eigenlijk vrij lang en is al een film opzicht zelf. En o ja, Boris/Finn heeft een Russisch accent.
Verhaallijn 4: de vader blijkt enorme schulden te hebben, pleegt zelfmoord en Theo weet te ‘ontsnappen.’ Hij gaat op eigen houtje terug naar New York en komt weer bij de man van de antiekzaak. We gaan een aantal jaar vooruit, Theo is nu een volwassen verkoper en ziet het meisje waar hij zo verliefd op was. Maar zij is natuurlijk met iemand anders nu. Na al die jaren (Joost mag weten hoeveel) ziet hij bij toeval weer een van de zoons, van de familie waar hij lange tijd verbleef. Wat bleek: zijn beste vriendje van vroeger is overleden. (Waarom heeft hij nooit meer contact opgezocht toen hij terug kwam? Vaag). Hij gaat weer langs bij het gezin, wordt verliefd op de dochter en blijft ondertussen aan de drugs.
We zijn er nog niet…
Oh en dan komen we nog even tussendoor met verhaallijn 5: in de tijd dat Theo verkoper was, kwam een man er bij TOEVAL achter dat hij het schilderij van het Puttertje wel moest hebben, want hoe kan hij kapot zijn gegaan in de aanslag terwijl in een artikel naar voren kwam dat het gebruikt werd als onderpand? Allemaal erg toevallig, en het verhaal van deze man wordt later ook vrij snel weggewuifd.
Dan zijn we nu eindelijk belandt bij de laatste verhaallijn. Want weten jullie nog dat ik zei dat het detail dat het Puttertje al die tijd bij zich hield belangrijk bleek te zijn? Dat komt NU pas naar voren. Want nadat hij Boris TOEVALLIG tegen komt in de stad (niemand weet wat hij daar ineens doet), blijkt dat hij al die jaren terug het Puttertje had omgewisseld voor een boek. Daardoor was het artikel over het onderpand boven water gekomen.
Ineens verandert de film in een soort van actiefilm. Boris en Theo stappen in het vliegtuig naar Amsterdam en gaan daar de gangsters die nu in het bezit zijn van het schilderij dreigen met pistolen. Dit faalt. Theo wil zelfmoord plegen. Boris redt hem en heeft ineens het schilderij. Dus ze kunnen veilig terug. En dan komt de clue waar we al die tijd op hebben gewacht:
Zijn moeder haar lievelingsschilderij was, jawel, het Puttertje.
En verder…
Mijn eerste kritiekpunt is dus denk ik wel duidelijk: het verhaal gaat alle kanten op. Je zou kunnen zeggen dat er een rode draad in het verhaal zit, maar ik mis die even. Daarnaast wisselen we regelmatig tussen de jonge Theo en volwassen Theo, wat eigenlijk alleen maar zorgt voor verwarring.
Ook laten ze elke keer een beetje meer zien van de aanslag, het bouwt duidelijk op naar een grote onthulling. Tegenvallend vond ik dan weer dat de onthulling was dat zijn moeder fan bleek te zijn van het schilderij.
Daarnaast is te veel in de film gebaseerd op toeval en daarmee cliché na cliché.
Conclusie:
Oftewel: het is overduidelijk niet mijn film. Ondanks de 6 verhaallijnen voelt het alsof er geen een is. Het was traag en veel te lang (150 minuten!). Persoonlijk zou ik de film niet aanraden. Maar ik heb al andere gesproken die hem wél goed vonden. Dus misschien moet je hem maar gewoon zelf kijken, als je dat niet al hebt gedaan :-).
Mierenneukmomentje: We springen regelmatig vooruit naar volwassen Theo waarbij hij te zien is in de hotelkamer in Amsterdam. Daar komt duidelijk naar voren dat hij depressief is en vindt dat hij heeft gefaald. Tijdens de rest van de film, als we hem als volwassen Theo zien, komt dit helemaal niet naar voren. Ja, hij zit aan de drugs, ja, hij maakt veel mee, maar depressief? Hij heeft juist zijn passie gevonden in de antiekzaak! Eigenlijk pas als hij merkt dat hij het Puttertje mist wordt hij depressief. Dit voelde voor mij dus iets te snel.