Laaaang geleden was het mijn droom om archeoloog te worden. Ik wou naar Egypte om daar in het vallei van de koningen opzoek te gaan naar mummies en schatten. Toen ik zag dat The Dig een waargebeurd verhaal is en ging over archeologie was ik gelijk verkocht. Tenminste… de film heeft wel minimaal 1,5 maand in mijn Netflix lijst gestaan, maar nu is hij dan eindelijk bekeken.
Samenvatting The Dig (2021)
In het jaar 1939 krijgt opgraver Basil Brown (Ralph Fiennes) een opdracht van ene Edith Pretty (Carey Mulligan) die woont op Sutton Hoo. Op haar landgoed bevinden zich een paar aparte heuvels en zij denkt dat daar iets van historische waarde onder begraven is.
Als Basil eenmaal aan het werk gaat met het opgraven komen ze er achter dat er inderdaad een vondst van onschatbare waarde onder de grootste heuvel ligt, namelijk: een oud Angelsaksisch schip uit de 6de of 7de eeuw.
Dit wekt de interesse van meerdere partijen zoals het museum van Ipswich, waar Basil veel voor werkt, en het British Museum wat het grootste museum van Engeland is. Edith Pretty weet het Ipswich museum van zich af te wimpelen, maar als uiteindelijk het British Museum met een direct bevel van de arbeidsminister komt moet ze de leiding van Basil overdragen aan archeoloog Charles Phillips (Ken Scott). Phillips brengt zijn eigen crew met zich mee en Basil mag alleen nog maar wat zand scheppen, want hij is geen officiële en getrainde archeoloog maar slechts een amateur.
Ondertussen spelen zich op de achtergrond ook de beginselen van de tweede wereldoorlog af. Dit zorgt voor meer haast bij het opgraven, want als er oorlog uitbreekt dan worden alle opgravingen stilgelegd. Lukt het ze om deze vondst veilig te stellen?
Een lekker vlot begin van de film
The Dig (2021) begint heerlijk vlot. Vanaf minuut één beginnen we al meteen met het verhaal, want Basil Brown is onderweg om te beginnen aan zijn opdracht. We maken even kennis met Edith Pretty en haar zijn Robert (Archie Barnes), maar daarna begint Basil meteen met het opgraven.
Er gebeurt ook veel in de eerste helft van de film. Zo mislukken er wat opgravingen, ontstaat er een ongeluk en vindt Basil redelijk snel het Angelsaksiche schip – en daar houdt het niet bij op. Dit vlotte tempo zorgt er dan ook voor dat je gefocust op de film blijft. Dat is maar goed ook, want anders mis je misschien wat belangrijke verhaalelementen.
De tweede helft verandert de focus
Waar de eerste helft van de film voorbij vloog, is dit minder het geval in het tweede deel. Als de leiding van de opgraving wordt overgedragen aan de archeoloog Phillips, trekt de film ineens een blik aan nieuwe personages open. De archeoloog neemt zijn eigen crew mee met William Grimes (Arsher Ali), John Brailsford (Eamon Farren), Stuart Piggott (Ben Chaplin) en Peggy Piggott (Lily James).
De introductie van deze personages heeft twee gevolgen, namelijk dat de film tempo verliest en Basil zijn rol veranderd nu van hoofdpersoon naar een bijrolletje. De film focust zich nu meer op de relatie van Peggy en Stuart, de gezondheidsproblemen van Edith Pretty en de steeds dichterbij komende oorlog met Duitsland. De opgraving, alhoewel we er fysiek nog zijn, wordt even naar achter geschoven.
Dit is erg jammer, omdat juist het karakter van Basil Brown en het onderwerp archeologie deze film uniek maakt. Een doodnormale man die als amateur opgraver één van de meest belangrijkste Engelse historische ontdekkingen heeft gedaan; een leuk verhaal waar er nog niet veel van zijn.
De focus die komt te liggen op de relatie van Peggy, Stuart en uiteindelijk Rory Lomax (Johnny Flynn) voelt ook onnodig. Het verhaal had prima zonder gekund en het lijkt alleen te zijn toegevoegd om een beetje romantiek in de film te krijgen. Iets waar het eigenlijk niet om vroeg.
Gelukkig draait alles aan het einde van de film weer bij en komt Basil weer in de spotlights te staan. Mrs Pretty moet uiteindelijk besluiten wat ze gaat doen met het gevonden schip en zijn schatten. Haar besluit (en de voorwaarden van dit besluit) zorgen voor een hartverwarmend einde.
Helaas is dit maar van korte duur, want aangezien het een waargebeurd verhaal is krijgen we aan het einde nog in een paar zinnen uitgelegd wat er na de film gebeurden, en dit kan je nogal gefrustreerd achterlaten.
Is The Dig (2021) een aanrader?
Na de film meerdere keren gezien te hebben ben ik tot de conclusie gekomen dat het een aanrader is. Vooral de eerste helft van de film is om van te genieten. Het spel tussen Basil, Edith en Robert Pretty is aandoenlijk en leuk. Ook ga je volledig op in het verhaal en hoop je dat er iets gevonden wordt in die vreemde heuvels van Sutton Hoo en dat dit de grote doorbraak wordt van Basil.
Jammer genoeg laat de tweede helft van de film wat steken vallen door veel nieuwe personages te introduceren en extra verhaallijnen er aan toe te voegen. Vooral het toevoegen van het romantisceh aspect was onnodig en deed af van het algehele verhaal. Gelukkig wordt dit allemaal in de laatste 10 tot 15 minuten weer rechtgezet door het terug te trekken naar Basil Brown.
Al met al een leuke film om gezien te hebben!
Mierenneukmomentje: Is er maar één dirigent die alle filmmuziek doet in Engeland? Ik heb de laatste tijd meerdere Engelse films bekeken, zoals: The Dig, Tolkien en The Theory of Everything – en allemaal lijken ze een bijna identieke score te hebben. Het is geen probleem, want het is allemaal mooie muziek, maar heel creatief is het dan ook weer niet.