Le Mans ‘66 of Ford v Ferrari. Het is maar net hoe je de film wilt noemen. In ieder geval de film over de strijd tussen Ford en Ferrari en over Ken Miles (Christian Bale) en Carroll Shelby (Matt Damon) die geschiedenis hebben geschreven op Le Mans.
Het verhaal.
Het verhaal speelt zich af in Amerika, in de jaren ’60. Het begint met Carroll Shelby, die als eerste Amerikaan Le Mans won. Maar vanwege hartproblemen moest hij stoppen met racen, en heeft hij een carrière switch gemaakt naar het verkopen van auto’s. Ken Miles wordt geïntroduceerd: hij is een fantastische coureur, maar onhandelbaar. Dus is hij nooit verder gekomen dan wat prijzen en een eigen autogarage.
Dan hebben we Ford Motor Company, die op het punt staan van faillissement. Hun enige redding is een nieuwe koers inslaan met het bedrijf: ze gaan de strijd aan met Ferrari, want zij staan aan de top van raceauto’s. Sterker nog, ze winnen al jaren achter elkaar Le Mans. Zodra Ferrari dit te horen krijgt, lachen ze Henry Ford the second uit, wat hem over de streep trekt: het is oorlog.
En wie hebben ze nodig om een raceauto te bouwen? Juist, Carrol Shelby. En wie hebben ze, volgens Carrol, nodig om met deze raceauto te kunnen winnen? Juist, Ken Miles.Maar dit gaat niet zonder hokken of stoten, want Ford is niet te spreken over Ken zijn reputatie en een raceauto bouwen is niet zo gemakkelijk als het lijkt. Met als gevolg een film vol diepte- en hoogtepunten.
Wat vinden we?
Het is goed je voor te bereiden op de lange speelduur. De film bouwt echt op van de introductie van de karakters tot de Le Mans race waar het verhaal omdraait. Maar toch heb ik me geen moment verveeld. Dit komt door zowel de spanning van de races, als door het acteerwerk.
De acteerprestaties, van met name Christian Bale, vond ik super. Ken Miles komt over als zo’n sympthaieke en sportieve man, en dat geloof je ook. Je voelt het. Matt Damon zijn karakter, is naar mijn mening, wat minder uitgesproken waardoor Christian zijn acteerwerk me vooral op viel. Maar Christian en Matt in de hoofdrollen was zeker geen straf.
Zelf kijk ik nooit naar (circuit) races. Pas toen ik de film Rush zag in 2013 begon ik een soort van interesse te tonen in het ‘race-wereldje.’ Maar nadat ik me verder had ingelezen over Niki Lauda was dat ook weer snel voorbij. Ik hoopte al dat deze film in lijn zou liggen met Rush. Dat ik weer interesse zou krijgen in een sport, die ik normaal links laat liggen. En ja, dat gebeurde. Tijdens de races zat ik bijna juichend en vol spanning op mijn stoel. Alsof je zelf 320 km p/uur gaat in 7000 toeren. En bij (spoiler alert) het shot van de drie Ford’s op een rij kreeg ik zelfs bijna kippenvel. Moet je nagaan, dat voor iemand die voor deze film nog geen eens wist dat deze strijd ooit heeft plaatsgevonden.
Dus, de mensen en het verhaal kende ik überhaupt niet. Om eerlijk te zijn maakte het dat voor mij eigenlijk nog spannender. Door de opmerking van Ken Miles zijn zoontje, toen hij de eerste keer in brand vloog, bleef ik wachten opt het moment dat Ken weer zou verongelukken en dan ook echt zou sterven in de brand (spoiler alert: dat gebeurt niet tijdens een van de races). Maar daardoor zat ik wel op het puntje van mijn stoel.
Wat hebben we geleerd?
Je zou kunnen zeggen, moraal van het verhaal: denk altijd aan jezelf. Want Ken koos voor Ford bij de finish, maar werd van voren en achteren genaaid. Had hij langer geleefd als hij aan zichzelf had gedacht? En daardoor niet nog een keer wilde mee doen om te winnen? Wie weet. Maar de manier waarop hij nu Le Mans ’66 verliet maakte hem wel supersympathiek want fuck de prijs, zijn hart ligt in de auto.
Of de film nu beter is dan Rush? Dan zou ik Rush weer moeten zien. Wat ik wel weet is dat bij beide kwam als een race-fan de zaal uit stapte. En dan doe je toch iets goed.
Mierenneukmomentje: Het lijkt een thema van de afgelopen films dat regisseurs niet weten wanneer ze de film moeten stoppen. Als het gestopt was nadat Ken Miles, aan het einde van Le Mans ’66, weer verder wilde bouwen aan de volgende raceauto was het een mooie afsluiter geweest. Ik begrijp dat zijn dood ook een grote rol speelt (ik zat er tot slot op te wachten) en misschien te min was om zijn dood te omschrijven in een titel, maar nu voelde het afgeraffeld. “It has been six months Carroll” mag hij ook even rouwen om zijn beste vriend?